kalfateren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kalfateren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kal·fa·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kalfateren |
kalfaterde |
gekalfaterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
kalfateren [2]
- (scheepvaart) de naden, spleten en voegen tussen de planken van de buitenhuid of dekken van een houten schip dichtstoppen met vezels en pek teneinde het binnendringen van water te voorkomen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord kalfateren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kalfateren" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 32 %
- Prevalentie Vlaanderen 64 %