kakhuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kak·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kak ww en huis [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kakhuis | kakhuizen |
verkleinwoord | kakhuisje | kakhuisjes |
Zelfstandig naamwoord
het kakhuis o
- (bouwkunde) klein bouwsel waar men kan poepen en plassen
- Het kakhuis was achter het huis over de sloot uitgebouwd.
- (pejoratief) of (informeel) toilet, wc (binnenshuis)
- Het kakhuis is onder de trap.
- (scheldwoord) slet, hoer
- Jij kakhuis zonder bril of deksel!
Synoniemen
Overerving en ontlening
- Indonesisch: kakus
- Singalees: kakkussiya, kakusiya
- Tamil: கக்கூஸ்
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'kakhuis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Scheldwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal