kaasplank
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kaas·plank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kaas en plank
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaasplank | kaasplanken |
verkleinwoord | kaasplankje | kaasplankjes |
Zelfstandig naamwoord
- (huishouden) al dan niet houten plank om kaas op te snijden
- (voeding) schaal met verschillende soorten kaas, als dessert of als borrelhapje
- ik heb wel weer eens trek in een kaasplankje
- plank waarop kazen liggen te rijpen
Gangbaarheid
- Het woord kaasplank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaasplank" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %