isomeer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • iso·meer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord isomeer isomeren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

isomeer o [2]

  1. (scheikunde) een stof die zich van een andere stof alleen onderscheidt in een andere rangschikking van de atomen, bij dezelfde samenstelling
    • 2-methyl-butaan is een isomeer van pentaan. 
Hyponiemen
stellend
onverbogen isomeer
verbogen isomere

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

isomeer

  1. (scheikunde) de eigenschap van bovengenoemde stof vertonend [3]
Vertalingen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen