isoleerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: isoleerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- iso·leer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
isoleren |
isoleerden
- meervoud verleden tijd van isoleren
- Wij isoleerden.
- Jullie isoleerden.
- Zij isoleerden.
- Wij isoleerden.