inzetting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·zet·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van inzetten met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inzetting | inzettingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de inzetting v
- het daadwerkelijk gebruikmaken van beschikbare middelen om een bepaald doel te bereiken; het inzetten
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord inzetting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inzetting" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be