inwrijven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·wrij·ven
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

inwrijven

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inwrijven
wreef in
ingewreven
klasse 1 volledig
  1. iets of iemand insmeren met iets anders
    • Na het zwemmen heb ik me ingewreven met een zonnebrandolie. 
    • Ik heb de parketvloer ingewreven met boenwas. 
  2. iemand zo de waarheid vertellen dat hij het nooit meer zal vergeten
    • Maar er is nóg een reden. Toen Schreurs tien jaar geleden het idee van deze boekhandel bedacht, was dat om een punt te maken. Schreurs: „Ik vind oorlog en religie de belangrijkste onderdelen van een cultuur, dat wilde ik goed inwrijven. Het is zo bepalend voor hoe wij denken en zien: het religieuze bepaalt voor een groot deel onze traditie. Je kunt niet zeggen: dat is verleden tijd. Het blijft essentieel om hier over na te denken. Maar het is niet gelukt. Ik heb de mensen gewaarschuwd, maar als ze niet willen opletten, dan maar niet.” Als in: je duwt het de mensen niet door hun strot. Het voelt alsof hij negen jaar op de hoek van de straat heeft gestaan met een groot bord in zijn hand met daarop: „Denk aan het belang van oorlog en religie!” En niemand viel het op. „Ik heb mijn zegje gedaan.” [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Daan Borrel 27 oktober 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be