inwijding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·wij·ding
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van inwijden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inwijding | inwijdingen |
verkleinwoord | inwijdinkje | inwijdinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de inwijding v
- serie handelingen om iemand op te nemen in een groep
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord inwijding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "inwijding" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be