intifada

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ti·fa·da
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘Palestijnse volksopstand tegen de Israëliërs’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1]
  • Herkomst: Arabisch [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord intifada intifada's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de intifadav / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) opstand van Palestijnen vanaf 1987

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen