interrumpir
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- in·te·rrum·pir
Werkwoord
interrumpir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
interrumpir |
interrumpía |
interrumpido |
volledig |
- overgankelijk onderbreken, afbreken, uitschakelen
- interrumperen, onderbreken
- belemmeren, verhinderen
Verwante begrippen
Synoniemen
- [1] atajar
Verwijzingen
- interrumpir in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española