interrumperen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

interrumperen zonder gebruik maken van de interruptiemicrofoon
Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·rum·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘onderbreken’ voor het eerst aangetroffen in 1538 [1]
  • uit het Latijn (met het voorvoegsel inter-) met het achtervoegsel -eren[2]

Werkwoord

interrumperen [3]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
interrumperen
interrumpeerde
geïnterrumpeerd
zwak -d volledig
  1. (politiek) iemand in de rede vallen die een betoog aan het houden is
    • Denk blijft hiertegen bezwaar hebben, omdat deze partij als enige van de dertien Kamerfracties niet aan het gangpad zit. „Dat maakt het lastig om te interrumperen en om scherp te zijn in het debat”, aldus fractievoorzitter Tunahan Kuzu. Hij beraadt zich op een volgende stap, als dat procedureel al mogelijk is: het presidium is als dagelijks bestuur het hoogste orgaan van de Tweede Kamer. Wellicht zullen de drie fractieleden bij plenaire debatten opnieuw achter hun blauwe stoel blijven staan, zoals zij ook al even deden bij de installatie van de nieuwe Kamer op 23 maart.[4] 
    • Verrassing/schrikmoment 1: Op het grote videoscherm lezen we niet alleen de gebruikelijke verbodsbepalingen over geluid- en beeldopnamen, maar ook dat 'texting, tweeting, talking and heckling' (het luidruchtig interrumperen van de komiek) redenen zijn om uit de zaal te worden gezet. [5]  
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen