interrogeren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  interrogeren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·ter·ro·ge·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Franse interroger (met het voorvoegsel inter- en met het achtervoegsel -eren)

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
interrogeren	interrogeerde	geïnterrogeerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

interrogeren

1. overgankelijk ondervragen

Afgeleide begrippen

• interrogatie

Vertalingen

    1.   

Frans: interroger (fr)

Gangbaarheid

• Het woord 'interrogeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.