interpreteert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·pre·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
interpreteren |
interpreteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interpreteren
- Jij interpreteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interpreteren
- Hij interpreteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van interpreteren
- Interpreteert!