interpreteerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·pre·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
interpreteren

interpreteerden

  1. meervoud verleden tijd van interpreteren
    • Wij interpreteerden. 
    • Jullie interpreteerden. 
    • Zij interpreteerden.