internetaanbieder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·net·aan·bie·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van internet en aanbieder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | internetaanbieder | internetaanbieders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de internetaanbieder m (informatica) organisatie of persoon die diensten levert op of via het internet met name de toegang hiertoe
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord internetaanbieder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.