inning

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ning
Woordherkomst en -opbouw
1 enkelvoud meervoud
naamwoord inning inningen
verkleinwoord inninkje inninkjes
2 enkelvoud meervoud
naamwoord inning innings
verkleinwoord inninkje inninkjes

Zelfstandig naamwoord

inning [3]

  1. v het innen of geïnd worden
    • De organisatie van de Belastingdienst is dermate wankel dat de continuïteit van de organisatie gevaar loopt. Daarmee komt de inning van belastinggeld mogelijk in de problemen [4] 
  2. (sport) m slagbeurt bij cricket of honkbal
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen