inlander
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·lan·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inlander | inlanders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de inlander m
- (persoon) (pejoratief) (verouderd) gekleurd iemand die in het land zelf geboren is, lid van de inheemse bevolking
- Tijdens een bijeenkomst dit najaar in Helmond bij een VWO-5 klas vertelde ze: ‘Met Sinterklaas bleven wij binnen.’ Zij ziet als schrijver een directe lijn naar Multatuli’s Max Havelaar waarin een witte man voor de inlander spreekt. De literatuur plaveit het pad naar gemakzuchtige stereotypen. Hybride auteurs moeten in het geweer komen om deze stereotypen af te breken, vindt Amatmoekrim.[2]
- Want, zei hij, 'een slaaf of inlander werkt nooit als hij niet hoeft, en om te leven hóéft hij ook niet te werken, want het land en klimaat voorzien hem vanzelf van voedsel en onderdak. Europeanen kunnen in die hitte niet werken, dus dit zijn de alternatieven: koloniën met slaven, of géén koloniën'.>[3]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1. gekleurd iemand die in het land zelf geboren is, lid van de inheemse bevolking
Gangbaarheid
- Het woord inlander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inlander" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ inlander op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC 30 december 2016
- ↑ Volkskrant 4 oktober 2016 (uit het dagboek van Hermann Fürst von Pückler-Muskau 5 oktober 1826
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Persoon in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 84 %
- Prevalentie Vlaanderen 78 %