initieerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: initieerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ini·ti·eer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
initiëren |
initieerde
- enkelvoud verleden tijd van initiëren
- Ik initieerde.
- Jij initieerde.
- Hij, zij, het initieerde.
- Ik initieerde.