ingezet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ge·zet
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van inzetten: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van in bw en gezet ww
Werkwoord
vervoeging van: | inzetten… |
verbogen vorm: | ingezette |
ingezet
- voltooid deelwoord van inzetten
stellend | |
---|---|
onverbogen | ingezet |
verbogen | ingezette |
partitief | ingezets |
Bijvoeglijk naamwoord
ingezet
- begonnen
- voor een bepaald doel gebruikt, ingeschakeld, op het spel gezet
- (kleding) naderhand als onderdeel van textiel aan een kledingstuk toegevoegd
Gangbaarheid
- Het woord ingezet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ingezet" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %