informatietechnologie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·for·ma·tie·tech·no·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘toegepaste kennis m.b.t. het ontwerpen en beheren van informatiesystemen’ voor het eerst aangetroffen in 1991 [1]
- samenstelling van informatie en technologie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | informatietechnologie | informatietechnologieën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de informatietechnologie v
- (informatica) het ontwerpen en beheren van informatiesystemen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord informatietechnologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.