info
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·fo
Woordherkomst en -opbouw
- Verkorting van informatie.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | info | info's |
verkleinwoord | infootje | infootjes |
Zelfstandig naamwoord
de info v
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- infobalie, infobox, infobus, infodag, infolijn, infomarkt, infonomie, infostress, infotheek, infozuil
Gangbaarheid
- Het woord info staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "info" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Engels
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van information
enkelvoud | meervoud |
---|---|
info | - |
Zelfstandig naamwoord
info
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- [1] (verkorting) van information
- [2] verkorting van informatique
Zelfstandig naamwoord
info v
- (spreektaal) nieuws, informatie
- «Depuis que j’suis au chômage, je me tape l’info de 13 heures.»
- Sinds ik werkloos ben, luister ik naar het nieuws van 13 uur. [2]
- «Depuis que j’suis au chômage, je me tape l’info de 13 heures.»
- (spreektaal) informatica
- «J’ai un cours d’info à 14 heures.»
- Ik heb een les informatica om 14 uur. [2]
- «J’ai un cours d’info à 14 heures.»
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Verkorting in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Verkorting in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Spreektaal in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Verkorting in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans