inclinatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·cli·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inclinatie inclinaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de inclinatiev

  1. (natuurkunde) hoek van een vrij zwevende magneetnaald met het vlak van de horizon
  2. hoek die het baanvlak van een hemellichaam maakt met ecliptica
  3. geneigdheid, genegenheid, neiging
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen