inaugureren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

het inaugureren van de Amerikaanse president
Uitspraak
Woordafbreking
  • in·au·gu·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn met het achtervoegsel -eren[1]

Werkwoord

inaugureren [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inaugureren
inaugureerde
geïnaugureerd
zwak -d volledig
  1. overgankelijk op een plechtige wijze als functionaris aangesteld worden
    • Veel Indiase parlementariërs worden verdacht van misdrijven. Van de 4835 leden van zowel van het nationale parlement als van de deelstaat-parlementen, hebben 1448 (31 procent) een rechtszaak tegen zich lopen. 641 parlementsleden zijn aangeklaagd voor ernstige vergrijpen, als moord (141). Poging tot moord (345) en ontvoering (90). 369 parlementariërs zijn aangeklaagd wegens misdrijven tegen vrouwen, van wie zes wegens verkrachting. Jaganmohan Reddy, een populaire politicus die gevangen zit wegens corruptie, kreeg verlof zich te laten inaugureren in het nationale parlement.[3] 
    • Tshisekedi heeft zichzelf tot winnaar en president uitgeroepen. Hij is van plan vrijdag een grote bijeenkomst te houden waar hij zich tot 'echte president' van het land laat inaugureren. De oppositieleider heeft militairen opgeroepen het leger te verlaten en zich bij hem aan te sluiten.[4]  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. inaugureren op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Joeri Boom 5 februari 2013
  4. Volkskrant 20 december 2011,