importe

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·por·te
enkelvoud meervoud
importe importes

Zelfstandig naamwoord

importe m

  1. bedrag
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
importar

importe

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van importar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van importar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van importar