immatriculatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- im·ma·tri·cu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van immatriculeren met het achtervoegsel -atie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | immatriculatie | immatriculaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord immatriculatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.