idealiseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: idealiseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ide·a·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
idealiseren |
idealiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van idealiseren
- Ik idealiseer.
- gebiedende wijs van idealiseren
- Idealiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van idealiseren
- Idealiseer je?