hulpteam
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hulp·team
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hulp zn en team zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hulpteam | hulpteams |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het hulpteam o
- een groep mensen die samen mensen in nood helpt
- De meeste festivalgangers zijn wel op nattigheid voorzien en ze krijgen ook hulp als dat nodig is. 'Sommige tenten staan helemaal onder water', zegt iemand van het hulpteam. 'Dus we helpen om het water weg te krijgen en het de kampeerders comfortabel te maken.'[1]
- Een medisch hulpteam kon daar echter alleen nog vaststellen dat de piloot was overleden.[2]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord hulpteam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hulpteam" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ de Standaard 01/JULI/2017
- ↑ Tubantia Christiaan Doolaard 27-SEPTEMBER-17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be