huiszwaluw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huiszwaluw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- huis·zwa·luw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huis en zwaluw [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huiszwaluw | huiszwaluwen |
verkleinwoord | huiszwaluwtje | huiszwaluwtjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Delichon urbica , een zwaluw die zijn nest tegen de huizen aanbouwt
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- Indien huiszwaluw wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep huiszwaluwen zie dan Hyponiemen huiszwaluwen
Vertalingen
1. Delichon urbica, een zwaluw die zijn nest tegen de huizen aanbouwt
Gangbaarheid
- Het woord huiszwaluw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.