huismuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- huis·muis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huis zn en muis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huismuis | huismuizen |
verkleinwoord | huismuisje | huismuisjes |
Zelfstandig naamwoord
- (knaagdieren) bepaald soort knaagdier dat vaak in en rond gebouwen voorkomt, Mus musculus
- We hebben een verdelger ingeschakeld voor die huismuizen.
Hyperoniemen
- muizen en ratten van de Oude Wereld, knaagdieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Vertalingen
1. bepaald soort knaagdier dat vaak in en rond gebouwen voorkomt, Mus domesticus
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord huismuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.