huguenot

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • hu·gue·not
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Franse zelfstandige naamwoord huguenot, dat van het Duitse zelfstandige naamwoord Eidgenosse komt, beïnvloed door de naam van de burgemeester van Genève, Besançon Hugues (1487-1532)
Naar frequentie 141069
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   huguenot     huguenotten     huguenotter     huguenottene  
genitief   huguenots     huguenottens     huguenotters     huguenottenes  

Zelfstandig naamwoord

huguenot, m

  1. (religie) hugenoot
Hyperoniemen

Verwijzingen