horendol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ho·ren·dol
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | horendol |
verbogen | horendolle |
partitief | horendols |
Bijvoeglijk naamwoord
horendol
- van iets dat je er doodmoe of overspannen van raakt
- "Na de mislukte oplichting worden honderden andere doelwitten met het telefoonnummer van degene die ophangt gebeld," zegt Tjerk Notte van de Fraudehelpdesk. Als de (bijna) gedupeerden vervolgens terugbellen om de vermeende oplichter te confronteren, krijgen ze een nietsvermoedende Nederlander aan de lijn. "Dat kost niet direct geld, maar er zijn mensen die een hele dag worden platgebeld." Een oplossing voor dat probleem is er niet. "Wie dit gebeurt wordt er horendol van." [3]
- Als minister van Buitenlandse Zaken zal hij zijn energie steken in het afbreken van buitenlandse verdragen, zegt zijn oude fractiewoordvoerder Henri Kruithof. In het regeerakkoord zijn daar ook afspraken over gemaakt. "Waar hij echt helemaal horendol van wordt, dat zijn mensenrechtenverdragen die de vrijheid van het Nederlandse handelen in de weg staan. BUPO is zo'n verdrag, maar ook EVRM." [4]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord horendol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "horendol" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ horendol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia C. van der Wal 21-08-17 Microsoftoplichters 'straffen' slimmeriken die niet in hun val trappen
- ↑ Tubantia J. Hoedeman 19 oktober 2017 Halbe Zijlstra bot? Misschien, maar vergis je niet in hem
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 87 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %