hoorspel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoor·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoorspel hoorspelen
verkleinwoord hoorspelletje hoorspelletjes

Zelfstandig naamwoord

het hoorspelo

  1. (media) toneelstuk dat door de radio uitgezonden wordt en waarbij de nadruk ligt op het gehoor
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be