hoogwaardigheidsbekleder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoog·waar·dig·heids·be·kle·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoogwaardigheidsbekleder hoogwaardigheidsbekleders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hoogwaardigheidsbeklederm

  1. iemand die een hoog ambt bekleedt of anderszins een hoge positie in de Kerk of maatschappij bezit
    • De koning, de kardinaal, de bisschop, de ministers en vele andere hoogwaardigheidsbekleders woonden de plechtigheid bij. 
Vertalingen

Gangbaarheid