homeostase

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  homeostase    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ho·meo·sta·se

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Griekse 'homoios' (gelijk) met het achtervoegsel -stase

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	homeostase	-
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de homeostase v

1. (medisch) zelfregulering, chemisch en fysiologisch evenwicht

Vertalingen

    1. zelfregulering, chemisch en fysiologisch evenwicht   

Engels: homeostasis (en) Duits : Homöostase (de) v Spaans : homeostasis (es) v Frans : homéostasie (fr) v

Italiaans : omeostasi (it) v Portugees : homeostase (pt) v Russisch : гомеостаз (ru) m (gomeostaz) Spaans: homeostasis (es) v Zweeds : homeostas (sv)

Gangbaarheid

• Het woord homeostase staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "homeostase" herkend door:

75 %	van de Nederlanders;
73 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.