hofmeester
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hofmeester (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hof·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hof en meester
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hofmeester | hofmeesters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de hofmeester m
- (beroep) (scheepvaart) iemand aan boord die verantwoordelijk is voor de voeding van de bemanning
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand aan boord die verantwoordelijk is voor de voeding van de bemanning
Gangbaarheid
- Het woord hofmeester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hofmeester" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %