hofdame

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hof·da·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hofdame hofdames
verkleinwoord hofdametje hofdametjes

Zelfstandig naamwoord

de hofdamev

  1. een vrouw die een koningin of prinses assisteert in haar constitutionele en andere taken
    • Elisabeth Joseph Maria (Elisabeth) barones van Wassenaer-Mersmans, hofdame van koningin Beatrix sinds 2004 en daarna van koning Willem-Alexander. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be