hoerenloper

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoe·ren·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoerenloper hoerenlopers
verkleinwoord hoerenlopertje hoerenlopertjes

Zelfstandig naamwoord

de hoerenloperm

  1. (informeel) een man die een prostituee bezoekt
    • De politie wil iets doen aan de agressieve hoerenlopers. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen