hoelahoep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoe·la·hoep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoelahoep hoelahoepen
hoelahoeps
verkleinwoord hoelahoepje hoelahoepjes

Zelfstandig naamwoord

de hoelahoepm

  1. (speelgoed) een ringvormig voorwerp gebruikt door kinderen om rond hun middel rond te draaien
    • De kinderen speelden met de hoelahoep en hadden veel plezier. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
hoelahoepen

hoelahoep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoelahoepen
    • Ik hoelahoep. 
  2. gebiedende wijs van hoelahoepen
    • Hoelahoep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoelahoepen
    • Hoelahoep je? 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen