hipar
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- hi·par
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hipar |
hipaba |
hipado |
volledig |
Werkwoord
hipar
- onovergankelijk hikken, de hik hebben
- jammeren
- smachten
Verwijzingen
- hipar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española