hings

Uit WikiWoordenboek

Afrikaans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
naamwoord hings hingste

Zelfstandig naamwoord

hings

  1. (dierkunde) hengst
  2. man
Uitdrukkingen en gezegden
  • In die jaar nul as die hingste vul. -- In het jaar nul als de hengsten veulens werpen -> met sint juttemis.


Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /(x)hɪŋ(k)s/ (Etsbergs)

Zelfstandig naamwoord

hings m/o

  1. (dierkunde) hengst
Verbuiging