hierop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hier·op
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     op  
 persoonlijk     erop  
aanwijz.   nabij     hierop  
  veraf     daarop  
  vragend/betrekk.     waarop  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
hierop

  1. op dit, op deze
    • Hierop zet je een vaas met bloemen. 
    • Hierop had hij geen antwoord. 
     Ik was verrast en blij om te zien hoeveel mensen hierop reageerden, waardoor binnen twee weken mijn streefdoel van 4.286 dollar was behaald.[1]

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Nedersaksisch

Voornaamwoordelijk bijwoord

hierop

  1. hierop; op dit, op deze