heuselijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- heu·se·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | heuselijk |
verbogen | heuselijke |
partitief | heuselijks |
Bijvoeglijk naamwoord
heuselijk [2]
Gangbaarheid
- Het woord heuselijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heuselijk" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ heuselijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be