heterogeniteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- he·te·ro·ge·ni·teit
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van heterogeen met het achtervoegsel -iteit[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heterogeniteit | heterogeniteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de heterogeniteit v
- het ongelijksoortig zijn, de ongelijksoortigheid
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord heterogeniteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heterogeniteit" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be