heterdaad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·ter·daad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heterdaad -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de heterdaadv / m

  1. (ordehandhaving) aanhouding op het moment dat de verdachte met de uitvoering van een misdrijf begint
     Bij een heterdaad is iedereen bevoegd een verdachte aan te houden, zo staat het in de wet.[2]
Typische woordcombinaties
  • op heterdaad betrappen
    een verdachte aanhouden zodra hij met het misdrijf begint
• De op heterdaad betrapte mannen werden in boeien afgevoerd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. heterdaad op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 8 september 2021 Weblink bron
    Freek Schravesande
    “Incident Assen: aanhouden mag, maar waar ligt de grens?” (26 augustus 2019) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be