herschool

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·school

Werkwoord

vervoeging van
herscholen

herschool

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herscholen
    • Ik herschool. 
  2. gebiedende wijs van herscholen
    • Herschool! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herscholen
    • Herschool je?