herplaatsing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·plaat·sing
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van plaatsing met het voorvoegsel her- [1]
- Naamwoord van handeling van herplaatsen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herplaatsing | herplaatsingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het iets of iemand verhuizen naar een andere woon- of verblijfplaats
- ▸ De kans dat ze daar wegkomen is klein. Het gezin komt niet in aanmerking voor herplaatsing naar een ander EU-land, omdat Afghanistan niet als een gevaarlijk land wordt beschouwd.[3]
- ▸ "Dat betekent dat we de deur openhouden. Niemand weet hoe het vluchtelingenvraagstuk zich ontwikkelt. Het kan zijn dat we over een maand weer de vraag krijgen om vluchtelingen op te vangen. In Italië staan nog duizenden mensen te wachten op herplaatsing."[4]
- het aanbieden van een nieuwe functie
Synoniemen
- [1] verhuizing
- [2] outplacement
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het iets of iemand verhuizen naar een andere woon- of verblijfplaats
2. het aanbieden van een nieuwe functie
Gangbaarheid
- Het woord herplaatsing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ herplaatsing op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Welk EU-land wil ons hebben? We hopen op Nederland'” (30-08-2016), NOS
- ↑ Weblink bron “'Sluit azc Crailo niet, maar houd het in waakvlamstand'” (08-09-2016), NOS