hergroepeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hergroepeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- her·groe·peer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hergroeperen |
hergroepeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hergroeperen
- Ik hergroepeer.
- gebiedende wijs van hergroeperen
- Hergroepeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hergroeperen
- Hergroepeer je?