heerser

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heer·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heerser heersers
verkleinwoord heersertje heersertjes

Zelfstandig naamwoord

de heerserm

  1. (politiek) iemand die de macht uitoefent
    • Karel de Grote was de machtigste heerser die Europa in eeuwen gezien had. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be