heerser
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- heer·ser
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van heersen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heerser | heersers |
verkleinwoord | heersertje | heersertjes |
Zelfstandig naamwoord
de heerser m
- (politiek) iemand die de macht uitoefent
- Karel de Grote was de machtigste heerser die Europa in eeuwen gezien had.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand die de macht uitoefent
Gangbaarheid
- Het woord heerser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heerser" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be