hazen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·zen
Woordherkomst en -opbouw
  •  haas zn  met de uitgang -en, waarbij de sisklank weer stemhebbend wordt uitgesproken

Zelfstandig naamwoord

de hazenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haas
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (haasachtigen) familie Leporidae op Wikispecies
Hyponiemen
Anagrammen
Spreekwoorden
  • [1] met onwillige honden is het slecht hazen vangen
    met mensen die iets niet willen kun je moeilijk een doel bereiken

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be