hardvochtigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hard·voch·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hardvochtigheid hardvochtigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hardvochtigheidv

  1. het zonder medelijden zijn, zonder gevoel zijn
     De vader en moeder spraken niet meer over de kwestie met hun zoon; maar een paar dagen later liet de gravin Sonja bij zich komen, waarop ze haar nichtje met een hardvochtigheid die geen van beiden verwachtte beschuldigde van het verleiden van Nikolaj en ook van ondankbaarheid.[3]
     'De omvang, de hardvochtigheid en de verdorvenheid van uw misdaden zijn bijna onvoorstelbaar', constateerde de rechter die donderdag het vonnis uitsprak.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. hardvochtigheid op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028251151
  4. Bronlink geraadpleegd op 11 januari 2022 Weblink bron “Levenslang voor topcrimineel 'Whitey' Bulger (84)” (14 nov. 2013), Tubantia